Veilig in de auto tussen de 0-9 jaar

De laatste weken kregen wij een aantal keren van mensen in onze omgeving vragen over het gebruik van autostoeltjes voor kinderen onder de 9 jaar. Wij hebben eens wat research gedaan en wat feiten op een rijtje gezet.

Autostoeltje kiezen

Wat uit de meeste informatie naar voren komt, is het feit dat ouders vaak te snel al overstappen naar het volgende autostoeltje, terwijl het kind nog te klein is. Er is een hele duidelijke brochure te downloaden die ondersteunt bij het veilig vervoeren van je kind in de auto.

In de flyer wordt in drie stappen helder gemaakt hoe ouders kunnen zorgen dat hun kind veilig in de auto zit. Belangrijk is dat:

Elk kind in de juiste autostoel zit
De stoel goed is bevestigd
Het kind goed in de autostoel vastzit

Veiligheidseisen autovervoer

Met een autogordel om zit iedereen een stuk veiliger in de auto. Maar de gordels die we als volwassenen dragen, zijn niet geschikt voor kleine kinderen en baby’s. Vandaar dat het ook in de wet is vastgelegd dat alle kinderen kleiner dan 1.35 meter in een goedgekeurd kinderzitje, volgens de R44-norm of volgens de i-Size norm, moeten worden vervoerd. Voor kinderen in heel Europa gelden in principe dezelfde veiligheidseisen tijdens autovervoer. Het gebruik van autostoeltjes heeft er toe geleid dat er veel minder verkeersdoden vallen onder kinderen, een goede zaak dus.

De Wet

Alle kinderen tot 1,35 meter mogen alleen in een auto vervoerd worden als zij in een goedgekeurd autostoeltje zitten.

i-Size autostoeltjes

Drie op de vier kinderen zit niet veilig in de auto. Ouders stappen te snel over naar een groter autostoeltje of maken het stoeltje niet goed vast. Sinds 2013 is er een nieuw type autostoel op de markt, dat het ouders gemakkelijker maakt kinderen veiliger te vervoeren. De richtlijnen voor deze stoelen zijn in 2012 vastgelegd in een nieuwe Europese norm; i-Size. Nieuwe auto’s hebben altijd 1 of meer speciale ‘i-Size ready’ zitplaatsen. De i-Size autostoelen passen ook op sommige ISOFIX aansluitingen. Lees meer over i-Size.

Uitzonderingen op de wetgeving

Omdat in de praktijk het niet in alle gevallen mogelijk is om aan deze regels te voldoen zijn er een aantal uitzonderingen. De meeste van deze uitzonderingen gelden niet voor kinderen jonger dan drie jaar. Een nadere uitleg bevindt zich achter de link:
Uitzondering vervoer in eigen auto
Uitzondering vervoer in andere auto
Uitzondering taxivervoer
Uitzondering busvervoer

Bron afbeelding: veiligheid.nl

Loop de onderstaande 3 stappen door
om te weten of je je kind veilig vervoert

Als je het juiste autostoeltje op de juiste manier gebruikt, bescherm je je kind als er een ongeluk gebeurt. Het klinkt simpel, maarin de praktijk blijkt dat 3 op de 4 kinderen niet veilig in de auto zitten.

1. Kies het juiste autostoeltje

Volgens de wet moet elk kind tot een lengte van 1,35 m in een goedgekeurde autostoel zitten. Deze herken je aan het keuringslabel. Dit label is oranje en er staat ECE/R44 op of i-Size. Er zijn 2 soorten goedgekeurde autostoeltjes:
passend bij het gewicht van je kind (met ECE/R44 label) en passend bij de lengte en leeftijd van je kind (met i-Size label).
Kies de autostoel waarin je kind zo lang mogelijk achteruit vervoerd kan worden. Dat is het veiligst.
Kies een autostoel die in je auto past. Check of je auto ISOFIX-bevestigingspunten heeft en een ‘i-Size Ready’ zitplaats. ECE/R44 stoelen kun je ook met de gordel vastmaken. Handig als je kind soms met iemand anders meerijdt.
Stap niet te snel over naar het volgende autostoeltje.

2. Zorg dat de autostoel goed is bevestigd

Pak de handleiding erbij en kijk nog een keer of alles goed zit.
Twijfel je? Vraag een deskundige om advies, bv bij de winkel waar je de autostoel gekocht hebt.
Zet de autostoel bij voorkeur op de achterbank.
Toch voorin de auto? Zet dan altijd de airbag uit als je je kind toch voorin de auto vervoert. Kijkt je kind naar voren? Schuif de passagiersstoel dan zo ver mogelijk naar achteren. En zet de airbag niet uit.

3. Zorg dat je kind goed vastzit

Check of de autogordel goed door de geleiders loopt en niet gedraaid is.
Trek de gordel van het zitje strak aan. Draagt je kind een dikke jas? Trek die dan uit. Een dikke jas wordt bij een botsing totaal platgedrukt en dan zit de gordel ineens veel te ruim! Is het koud, leg dan een dekentje over je kind, nadat je de riem hebt strak getrokken.

bron van de drie stappen: veiligheid.nl