De meeste leerlingen zien tijdens het praktijkexamen het meeste op tegen de bijzondere verrichtingen. Wat kun je precies verwachten tijdens het rijexamen en hoe belangrijk zijn ze? De examinator vraagt je tijdens het rijexamen om 1 of 2 bijzondere verrichtingen uit te voeren. Vooraf weet je niet welke verrichtingen uitgevoerd moeten worden. Het is dus belangrijk om alle mogelijke verrichtingen onder de knie te hebben.

Waarom zijn er bijzondere verrichtingen nodig met een auto? Het antwoord is eigenlijk heel simpel; als je namelijk de bijzondere verrichtingen goed kan uitvoeren betekent dit dus ook dat je je auto steeds beter onder controle krijgt. En voor de rest is het ook wel eens makkelijk dat je bv. achteruit kan rijden als je een straat inrijdt die doodloopt. En je kunt dan mooi recht achteruit rijden of de auto laten keren. En de wagen parkeren is ook wel heel handig als je bv. op visite gaat of gaat winkelen.

De meest voorkomende bijzondere verrichtingen zijn: 

  • Recht achteruit: Rijd bij deze proef recht achteruit.
  • Bocht achteruitrijden:Rijd bij deze proef achteruit in een rechterbocht.
  • Hellingproef: Deze bijzondere verrichting wordt meestal gezien als een eenvoudige proef. Bij een hellingproef begin je vanuit stilstand te rijden op een helling, zonder achteruit te rollen.
  • Keren op de weg: Keer de auto in 3 stappen op de weg, zonder de stoep op te rijden.
  • Fileparkeren:Parkeer de auto voor of achter een andere geparkeerde auto.
  • Parkeren in een vak: Parkeer de auto achteruit in een parkeervak, meestal naast een andere auto.
  • Halve draai: De halve draai is alleen uit te voeren als er voldoende ruimte is, anders moet je keren door steken.
  • Dashboard en motorcontrole: Het is mogelijk dat de examinator enige vragen stelt over controle lampjes en de bedieningsknoppen in de auto (dashboard). Ook kan je vragen krijgen over de verschillende onderdelen onder de motorkap.

 

De verrichtingen hoeven niet geheel vlekkeloos te verlopen tijdens het praktijkexamen. Een aantal belangrijke aandachtspunten zijn:

  • Het overige verkeer heeft altijd voorrang.
  • Kijk bij het uitvoeren van de verrichtingen altijd goed om je heen.
  • Ben altijd duidelijk naar je andere weggebruikers.

Tussentijdse toets en bijzondere verrichtingen

De bijzondere verrichtingen komen ook tijdens een eventuele tussentijdse toets aan bod. Als je de bijzondere verrichtingen voldoende uitvoert tijdens de tussentijdse toets krijg je vrijstelling voor het praktijkexamen. Na de tussentijdse toets krijg je van de rijexaminator een formulier uitgereikt met advies. Zo weet je precies aan welke bijzondere verrichtingen je nog moet werken voor je praktijkexamen.